De dienstinstellingen handmatig intoetsen
1. Druk op
Menu
en selecteer achtereenvolgens
Diensten
en
Instellingen
.
2. Selecteer
Actieve dienstinstellingen
.
U moet de verbindingsset activeren waarin u de dienstinstellingen wilt opslaan. Een verbindingsset
is een verzameling instellingen die nodig zijn om verbinding te maken met een WAP-dienst.
3. Ga naar de set die u wilt activeren en druk op
Activeer
.
4. Selecteer
Actieve dienst-instell. bewerken
.
Selecteer de dienstinstellingen één voor één en toets alle vereiste instellingen in.
•
Naam instellingen
- toets een nieuwe naam in voor de verbindingset en druk op
OK
.
•
Homepage
- toets het homepage-adres van de gewenste WAP-dienst in, druk op
voor een
punt en druk op
OK
.
•
Sessiemodus
- selecteer
Doorlopend
of
Tijdelijk
.
•
Verbinding beveiligen
- selecteer
Aan
of
Uit
.
Als de verbindingsbeveiliging is ingesteld op
Aan
, probeert de telefoon een beveiligde verbinding
te gebruiken voor toegang tot de WAP-dienst. Als er geen beveiligde verbinding beschikbaar is,
wordt geen verbinding gemaakt. Als u toch verbinding wilt maken met een onbeveiligde lijn,
moet u de verbindingsbeveiliging uitschakelen (
Uit
).
•
Drager
- selecteer
GSM-gegevens
of
GPRS
. Neem contact op met uw netwerkexploitant of
serviceprovider voor informatie over de tarieven, verbindingssnelheid en andere gegevens.
©2001 Nokia Corporation. All rights reserved.
Men
u
fu
ncti
es
90
De volgende opties zijn afhankelijk van de gegevensdrager:
Als
GSM-gegevens
de geselecteerde gegevensdrager is:
•
Inbelnummer
- toets het telefoonnummer in en druk op
OK
.
•
IP-adres
- toets het adres in, druk op
voor een punt en druk op
OK
. U kunt het IP-adres
verkrijgen bij de netwerkexploitant of serviceprovider.
•
Verificatietype
- selecteer
Beveiligd
of
Normaal
.
•
Type data-oproep
- selecteer
Analoog
of
ISDN
.
•
Snelheid data-oproep
- selecteer de gewenste snelheid of selecteer
Automatisch
. De optie
Automatisch
is uitsluitend beschikbaar als het huidige type dataoproep
Analoog
is. De
daadwerkelijke snelheid van de dataoproep is afhankelijk van de serviceprovider.
•
Login-type
- selecteer
Handmatig
of
Automatisch
. Als u
Automatisch
selecteert, worden voor
het login-type de gebruikersnaam en het wachtwoord uit de volgende instellingen gebruikt. Als
u
Handmatig
selecteert, moeten de login-gegevens worden opgegeven bij het tot stand brengen
van een verbinding.
•
Gebruikersnaam
- toets de gebruikersnaam in en druk op
OK
.
•
Wachtwoord
- toets het wachtwoord in en druk op
OK
.
Als
GPRS
de geselecteerde gegevensdrager is:
•
GPRSverbinding
- selecteer
Altijd online
of
Wanneer nodig
.
Als u
Altijd online
selecteert, wordt de GPRS-verbinding automatisch tot stand gebracht
wanneer u de telefoon inschakelt. Het pictogram
wordt in het display weergegeven in de
standby-modus. De GPRS-verbinding wordt niet verbroken wanneer u een WAP-verbinding
beëindigt.
©2001 Nokia Corporation. All rights reserved.
Men
u
fu
ncti
es
91
Men
u
fu
ncti
es
Als u
Wanneer nodig
selecteert, wordt de GPRS-verbinding tot stand gebracht wanneer u
verbinding maakt met een WAP-dienst en wordt deze verbroken wanneer u de WAP-verbinding
beëindigt.
•
GPRStoegangspunt
- toets de naam van het toegangspunt in en druk op
OK
.
De naam van een toegangspunt is nodig om een verbinding met een GPRS-netwerk tot stand te
brengen. U kunt de naam van het toegangspunt verkrijgen bij de netwerkexploitant of
serviceprovider.
•
IP-adres
- toets het adres in, druk op
voor een punt en druk op
OK
. U kunt het IP-adres
verkrijgen bij de netwerkexploitant of serviceprovider.
•
Verificatietype
- selecteer
Beveiligd
of
Normaal
.
•
Login-type
- selecteer
Handmatig
of
Automatisch
. Als u
Handmatig
selecteert als de
GPRSverbinding
is ingesteld op
Altijd online
, wordt de verbinding
Altijd online
uitgeschakeld.
•
Gebruikersnaam
- toets de gebruikersnaam in en druk op
OK
.
•
Wachtwoord
- toets het wachtwoord in en druk op
OK
.