Gewone tekstinvoer
Het pictogram
wordt linksboven in het display weergegeven wanneer u tekst intoetst via de
methode voor gewone tekstinvoer.
• Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (
tot en met
) totdat het gewenste teken verschijnt.
Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn. Welke tekens
beschikbaar zijn, is afhankelijk van de taal die is geselecteerd in het menu
Taal
. Zie Taal op pagina
64.
Als u een cijfer wilt intoetsen, houdt u de gewenste cijfertoets ingedrukt.
• Houd
ingedrukt als u wilt schakelen tussen letters en cijfers. Als u in de cijfermodus werkt,
ziet u de aanduiding 123 boven in het display.
• Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets bevindt als de huidige letter,
wacht u tot de cursor verschijnt of drukt u op
of
en toetst u de letter in.
• Als u een fout maakt, kunt u het teken links van de cursor verwijderen door op
Wis
te drukken. Houd
Wis
ingedrukt om de tekens sneller te verwijderen.
• De meestgebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn beschikbaar onder de cijfertoets
.
©2001 Nokia Corporation. All rights reserved.
Tek
st
i
n
toe
tsen
31
Tek
st
i
n
toe
tsen
Als u op
drukt, wordt een lijst met speciale tekens weergegeven. Blader door de lijst en druk
op
Kiezen
om een teken te selecteren.
U kunt sneller door de lijst bladeren door op
,
,
of
te drukken. Druk
vervolgens op
om een teken te selecteren.
• Druk op
om een spatie in te voegen.
• Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op
. De aanduiding ABC of
abc bovenaan in het display geeft aan welke modus is geselecteerd.
• Druk op
om de cursor naar rechts te verplaatsen of op
om de cursor naar links te
verplaatsen.
■